• In 2024 zijn bijna 4.600 vakantiewoningen verkocht, een stijging van 15% ten opzichte van 2023.
  • De gemiddelde verkoopprijs steeg met 9,7% naar €245.000.
  • Ruim 80% van de aankopen gebeurde zonder hypotheek, vooral in het lagere prijssegment.

Voor het eerst sinds het coronajaar 2020 is de verkoop van vakantiewoningen in Nederland weer duidelijk toegenomen. Volgens nieuwe cijfers van het Kadaster wisselden in 2024 bijna 4.600 vakantiewoningen van eigenaar.

Dit betekent een groei van 15% ten opzichte van een jaar eerder, toen de vraag nog aanzienlijk lager lag. Ter vergelijking: in 2020, toen Nederlanders massaal in eigen land vakantie vierden, werden er maar liefst 7.900 vakantiewoningen verkocht.

De toegenomen belangstelling had een zichtbaar effect op de prijzen. De gemiddelde verkoopprijs kwam in 2024 uit op €245.000. Dat is een stijging van 9,7% ten opzichte van de €224.000 die in 2023 werd betaald. Opvallend, want in 2022 daalde de gemiddelde prijs juist nog met bijna 2%. Deze ontwikkeling wijst op een hernieuwde interesse in recreatief vastgoed, mede gevoed door een krap aanbod in populaire regio’s.

Op 1 januari 2025 telde Nederland ongeveer 127.600 vakantiewoningen, verdeeld over ruim 5.200 parken voor verblijfsrecreatie. Van deze parken zijn er 3.932 daadwerkelijk bebouwd, een daling ten opzichte van een jaar eerder. De meeste parken liggen traditioneel in Gelderland (circa 730) en Zeeland (ruim 530).

Grote rol voor particuliere kopers

Een interessant gegeven is dat 65% van de vakantiewoningen in particulier bezit is. Het merendeel van deze eigenaren bezit slechts één vakantiewoning. Vooral in de provincies Noord-Brabant, Limburg en Overijssel werden de afgelopen jaren veel nieuwe vakantiewoningen gebouwd, al is in de cijfers geen rekening gehouden met inmiddels gesloopte panden.

De financiering van recreatiewoningen wijkt sterk af van de reguliere woningmarkt. Meer dan 80% van de aankopen vond plaats zonder hypotheek. Voor woningen onder de €100.000 gold dit zelfs in 95% van de gevallen. Wanneer er wel een hypotheek werd afgesloten, gebeurde dat opvallend vaak via particuliere geldverstrekkers: 14% van de leningen kwam van een particulier, tegenover slechts 2% op de reguliere woningmarkt.

Hoewel het aantal verkochte vakantiewoningen nog niet op het niveau van 2020 ligt, is de stijgende lijn onmiskenbaar. De combinatie van een beperkt aanbod, stijgende prijzen en de hoge mate van eigen financiering wijst op een blijvend sterke vraag. Voor beleggers én particuliere kopers blijft recreatief vastgoed daarmee een interessant segment.